Een logische opbouw
De volgorde van de gewoonten is niet toevallig gevisualiseerd als een boom. Bij het wortelgestel staan de eerste drie gewoonten die de basis vormen voor het zelfstandig werken op school. Deze gewoonten gaan over jezelf. Het zijn gewoonten die initiatiefvol en stevig maken, grip geven op sociale situaties en laten zien dat je een eigen verantwoordelijkheid en aandeel hebt. De stam staat symbool voor jou en je relaties met anderen. Gewoonten 4, 5 en 6 gaan hierover. Gewoonte 7 gaat over goed voor jezelf zorgen: het vinden van de innerlijke balans.
De wortels van de boom: ‘Begin bij jezelf.’
De wortels van de boom gaan over jezelf. Je krijgt meer zelfvertrouwen. Je leert je eigen keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen.
- Gewoonte 1: Wees proactief: ‘Ik kan kiezen en neem mijn verantwoordelijkheid voor mijn keuzes.’
- Gewoonte 2: Begin met het eind in gedachten: ‘Ik heb een doel voor ogen en ik maak een plan.’
- Gewoonte 3: Belangrijke dingen eerst: ‘Ik ga eerst werken, voordat ik ga spelen.’
De stam van de boom: ‘Speel en werk goed samen met anderen.’
De stam staat symbool voor hoe je bent in verbinding met anderen, voor samen leven en samen werken. Dit doe je met hart voor elkaar.
- Gewoonte 4: Denk win-win: ‘Niet alleen ik, niet alleen jij, maar beter voor ons allebei.’
- Gewoonte 5: Eerst begrijpen, dan begrepen worden: ‘Ik luister met m’n oren, m’n ogen en m’n hart om jou te begrijpen.’
- Gewoonte 6: Creëer synergie: ‘Samen kunnen we meer dan alleen. Zo ontstaan nieuwe, betere ideeën’.
De kruin van de boom: ‘Vergeet niet om goed voor jezelf te zorgen.’
Met de kruin van de boom komt deze tot bloei. Je zoekt inspiratie in geloof, natuur of cultuur. Je laat je inspireren door bijzondere mensen. Je viert bijzondere momenten en successen. Daarbij eet je gezond, ga je op tijd naar bed en beweeg je voldoende.
- Gewoonte 7: Houd de zaag scherp: ‘Ik zorg goed voor mijn lichaam, geest en ziel.’